Autonoom
Van Dale (online 2017) definieert autonoom als (4e betekenis): onafhankelijk van wilsinvloeden vb. autonome functies, namelijk lichaamsfuncties die niet door de wil beïnvloedbaar zijn.
Op deze site gebruiken we het begrip autonoom enkel in deze betekenis van Van Dale.
Onze definitie: Autonoom betreft de manier waarop bepaalde functies van een biologisch organisme functioneren en betekent dat dit zonder inbreng van het organisme gebeurt. Een autonoom werkende functie, kan dus door het organisme niet worden beïnvloed.
Het functioneren van een biologisch organisme gebeurt altijd via acties die ofwel autonoom optreden ofwel, i.g.v. de verst geëvolueerde soorten, gecontroleerd worden. Autonome acties worden al dan niet door het organisme ervaren, in geval van niet noemen we deze acties louter fysiologisch.
Soorten functies met hun acties
- De levenswil is de initiële functie met louter fysiologische acties, die alle organismen gemeen hebben. Ook planten hebben een levenswil maar enkel de mens en dieren hebben een kenvermogen.
- Dit medeweten is onbewust voor de lagere diersoorten en bewust voor de mens, de zoogdieren en de vogels.
- 'Voelen en waarnemen' kunnen als fysiologisch fenomeen worden vastgesteld, maar ‘willen’ niet, voor meer info zie fysiologie.
- De autonome acties van het kenvermogen worden altijd door het organisme ervaren. De lagere diersoorten ervaren deze acties onbewust, de mens, zoogdieren, vogels e.a. ervaren ze bewust.
Gekoppelde stellingen
Er zijn nog geen gekoppelde stellingen
Gekoppelde artikels
Er zijn nog geen gekoppelde artikels
Er is nog geen overleg