(Op deze site gebruiken we de term organisme enkel in de betekenis van een biologisch organisme).
Een biologisch of levend organisme is door natuurlijke selectie geëvolueerd en functioneert autonoom. Planten, dieren en mensen zijn biologische organismen. Planten functioneren op basis van fysische functies, dieren en mensen op basis van zowel psychische als fysische functies. De vier algemene functies van de mens en de gewervelde dieren zijn: de levenswil met zijn behoeften, het gevoel, het primair verstand en het gewoon verstand.

Soorten functies met hun acties

1. De levenswil is de initiële functie met louter fysiologische acties, die alle organismen gemeen hebben. Ook planten hebben een levenswil maar enkel de mens en dieren hebben een kenvermogen.
2. Dit medeweten is onbewust voor de lagere diersoorten en bewust voor de mens, de zoogdieren en de vogels.
3. 'Voelen en waarnemen' kunnen als fysiologisch fenomeen worden vastgesteld, maar ‘willen’ niet, voor meer info zie fysiologie.
4. De autonome acties van het kenvermogen worden altijd door het organisme ervaren. De lagere diersoorten ervaren deze acties onbewust, de mens, zoogdieren, vogels e.a. ervaren ze bewust.