Groepsgedrag
Navigeer vlug naar stelling:
-
- In de natuurlijke situatie is een goed gevoel noodzakelijk voor de overleving, zie Gevoel S6 en tegelijk is prestatie noodzakelijk voor de overleving.
- Gevoelens zetten alle diersoorten aan tot gedrag, zoals getoond in de afbeelding Eenvoudig gedragsmodel, en prestatie is één van de kenmerken van gedrag die overleving mogelijk maken.
- Factoren zoals talent (aangeboren), ervaring en fysische conditie zijn samen bepalend voor het resultaat van een prestatie. Alle dieren met bewustzijn en de hogere diersoorten beschikken over deze prestatiebepalende factoren.
- Enkel de sociale zoogdieren hebben daarbovenop ook psychische behoeften zoals de behoefte aan erkenning van hun prestatie, wat betekent dat deze erkenning noodzakelijk is voor hun prestatie en dus voor hun overleving.
- Ook de mens heeft psychische behoeften, maar waar de vervulling van deze behoeften noodzakelijk zijn voor zijn overleving in de natuurlijke situatie, zijn ze dit niet langer in de cultuurafhankelijke situatie.
- De behoefte aan erkenning verklaart waarom mensen presteren. In de natuurlijke situatie betekent dit concreet dat mensen presteren omdat ze (1) erkenning nastreven, (2) erkenning (aanmoediging, uiting van waardering …) graag ontvangen, (3) graag presteren of een combinatie van deze redenen.
- In de cultuurafhankelijke situatie presteren mensen om dezelfde drie redenen en daarnaast ook omdat presteren nodig is voor: (4) een vergoeding, (5) promotie of (6) uitdagender taken of een combinatie van deze redenen.
-
Een belangrijk onderscheid is dat presteren om de eerste drie redenen een goed gevoel bezorgt, terwijl dit niet altijd zo is bij presteren om de laatste drie redenen.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
S2 - Behoefte aan erkenning van plaats in de hiërarchie
- Prestatie is niet alleen bepalend voor de erkenning ervan, zie S1, maar ook voor de plaats in de hiërarchie van een groep.
- De factoren ‘aangeboren talent, ervaring en fysische conditie’ die bepalend zijn voor de prestatie, zie S1, zijn dit ook voor de plaats in de hiërarchie van een groep.
- De factoren ervaring en fysische conditie veranderen in functie van de leeftijd.
- In de natuurlijke situatie, worden daarom de prestatiebepalende factoren regelmatig afgetoetst en de plaats in de hiërarchie indien nodig aangepast. Op die manier blijft de behoefte aan ‘erkenning van de plaats in de hiërarchie’ vervuld.
- Deze regelmatige toetsing betekent dat, zoals er een wisselwerking is tussen de prestatie en de erkenning ervan, zie S1, deze er ook is tussen de prestatie en de ‘erkenning van de plaats in de hiërarchie’.
-
Sedert de overstap van natuur naar cultuur is er naast de koppeling van macht aan prestatie een koppeling aan 'rijkdom en status' bijgekomen, zie Politiek S2. Met als gevolg dat de toetsing van prestatie aan de prestatiebepalende factoren grotendeels wegviel. De koppeling van macht aan rijkdom wordt samen met de rijkdom overgeërfd en de toetsing van de aan status gekoppelde prestatie neemt af naarmate de status toeneemt.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
S3 - Sociale controle onderdrukt zelfoverschatting
- Zoals onder S2 besproken, is de ‘toetsing en aanpassing van de plaats in de hiërarchie’ belangrijk voor het goed gevoel van degene wiens prestatie toeneemt, maar zal hem die zijn plaats ingenomen ziet, een gemengd gevoel bezorgen.
- Dit gemengd gevoel omvat de ontevredenheid een stap achteruit te moeten zetten naast de voldoening lid te zijn van een groep die in een confrontatie met andere groepen sterk blijft.
- Tegelijk zorgt dit proces ervoor dat de mens in zijn natuurlijke situatie een realistische dosis zelfvertrouwen ontwikkelt, dus ook dat hij geen zelfoverschatting kent.
- Zelfoverschatting gaat gepaard met een tekort aan inschatting van gevaar, terwijl bij de jacht een juiste inschatting van gevaar noodzakelijk is voor de overleving.
- Concreet betekent dit dat sociale controle er in de natuurlijke situatie voor zorgt dat de mens zijn talenten, prestatie en gedrag realistisch inschat.
- Maar na de overstap van natuur naar cultuur is de mens gaan samenleven in grotere groepen met als gevolg dat de sociale controle grotendeels wegviel.
- Door gebrek aan sociale controle wordt een mens overgelaten aan neigingen om zijn gedrag, talenten en prestatie gunstiger voor te stellen dan de realiteit. Hij wordt verleid tot zelfoverschatting en komt in een situatie terecht waar hij voor anderen zonder normbesef en hypocriet lijkt.
- De oude Grieken waarschuwden voor deze verleiding met de spreuk ‘Ken uzelf’ en in een recente verwoording lezen we hierover op http://www.roosvonkblog.nl/gedachten-lezen/
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Conform met Darwins’ evolutieleer, zijn de sociale zoogdieren ontstaan omdat sociaal groepsgedrag voor meer overlevingskansen zorgt van zowel de groep als de individuele groepsleden.
- De evolutiestap van zoogdieren naar sociale zoogdieren, heeft dus de individuele overlevingsbehoefte van de betrokken soorten niet doen verdwijnen. Overleven in sociaal groepsverband is niet in de plaats gekomen van, maar toegevoegd aan gedrag dat wij nu egoïstisch noemen omdat het beantwoordt aan de individuele overlevingsbehoefte van organismen.
- Een voorbeeld van individueel overlevingsgedrag is het gebrek aan bekommernis over tekort aan voedsel voor zwakkere volwassenen in tijden van schaarste.
- Deze vorm van egoïsme beantwoordt dus ook aan behoeften die deel uitmaken van onze menselijke natuur en datgene wat wij nu ‘het kwade’ noemen, was al aanwezig bij onze verre voorouders in hun natuurlijke situatie.
- De overstap van natuur naar cultuur ging gepaard met nieuwe vormen van samenleven die het kwade meer mogelijkheden gaf om zich te uiten en die het ontstaan van het onderscheid tussen goed en kwaad verklaart.
- Tegelijk verklaart deze ontwikkeling het ontstaan (1) van godsdiensten die het goede prediken of (2) van de 'betrachting van het goede' in de godsdiensten die reeds voor de overstap bestonden.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Bij de sociale zoogdieren en dus ook de mens, houden de groepsleden zich aan regels die binnen een groep gelden.
- Deze regels maken ofwel deel uit van aangeboren behoeften, besproken onder S1 en S2, of worden bijgebracht tijdens het grootbrengen.
- We gaan ervan uit dat het ‘zich houden aan regels die binnen een groep gelden’ voldoet aan de definitie van sociale behoefte
- Na de overstap van natuur naar cultuur heeft deze sociale behoefte geleid tot de aanvaarding van regelgeving die nodig was voor het ordenen van de grotere vormen van samenleving.
- Regelgeving die via democratische weg wordt ingevoerd, leidt tot duurzame verandering van menselijk gedrag.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie