Opvoeding
Navigeer vlug naar stelling:
-
- Ten gevolge van nieuwe inzichten sinds vorige eeuw gaan westerse moeders op een natuurlijker manier om met hun baby’s. Maar er blijft een verschil met de manier waarop moeders met hun baby's omgaan bij natuurvolkeren.
- In de natuurlijke situatie worden baby’s door hun moeder de ganse dag gedragen, de baby valt regelmatig in slaap en als hij wakker wordt, voelt hij zijn moeders aanwezigheid. Ook ’s nachts slapen baby en moeder bij mekaar.
- Onze baby’s worden overdag wel regelmatig gedragen, maar als ze in slaap vallen, worden ze in een wiegje gelegd en als ze wakker worden, voelen ze geen lichamelijk contact. Ook ‘s nachts slapen ze in een wiegje zodat ze geen contact met hun moeder voelen als ze ’s morgens wakker worden.
-
Daarnaast heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat baby’s bij natuurvolkeren zelden of nooit huilen. Het artikel van Gwen Dewar dat we in volgende stelling bespreken geeft een overzicht van dit onderzoek en bevestigt deze bevinding. We kunnen dus stellen dat daarover een consensus bestaat.
-
Als natuurvolkeren het probleem van huilende baby’s niet kennen, betekent dit dat het spontaan gedrag van hun moeders volstaat om huilbuien te voorkomen. Wat zij anders doen dan onze moeders is hun baby’s constant tegen zich aanhouden. De baby’s voelen dus lichamelijk contact als ze wakker zijn en ook als ze na hun slaap wakker worden.
-
Als we er verder van uitgaan dat aan de fysische behoeften van onze meeste baby’s voldaan is, namelijk dat ze fysisch gezond zijn en regelmatig gevoed worden, dan betekent het regelmatig huilen van onze baby’s dat er niet voldaan is aan hun psychische behoeften en dat dit een louter cultuurafhankelijk fenomeen is.
- Dit betekent ook dat onze baby’s een goed gevoel missen en er stelt zich dan de vraag of dit gemis geen invloed heeft op hun latere gevoelsleven van huilende baby’s. Maar Uiteraard Hierop kan de huidige wetenschap hierop geen antwoord geven, zie ook stelling Gevoel S8 Beperkte fysiologische kennis over het voelen.
- Onze westerse manier van omgaan met baby’s kan dus een negatieve invloed hebben op het latere gevoelsleven van baby’s en zolang de wetenschap hierover geen kennis heeft, is het raadzaam om moeders aan te bevelen op natuurlijke wijze met hun baby om te gaan.
- Tenslotte is er het fenomeen van huilbaby’s dat ook ingrijpt op het welzijn van de ouders maar gelukkig minder frequent voorkomt. Het trekt de aandacht van onze medische wetenschap die, na uitsluiting van een fysische oorzaak, er doorgaans van uitgaat dat de oorzaak psychisch is en daar kennen zij geen efficiënte behandeling voor. Ook in dit geval blijft het raadzaam om moeders aan te bevelen op natuurlijke wijze met hun baby om te gaan.
Vulgariserende artikels zijn niet ter zake
- Het is spijtig dat artikels in populaire tijdschriften jonge moeders niet aanbevelen om op een natuurlijke wijze met hun baby om te gaan. Nochtans zijn er wetenschappelijke artikels die informeren hoe moeders bij natuurvolkeren met hun baby’s omgaan, zie volgende stelling.
- Bv. de twee artikels waaruit onderstaande citaten informeren enkel dat baby’s in de eerste vier maanden niet kunnen verwend worden en hun advies blijft beperkt tot wat te doen als een huilbui al begonnen is: ‘reageer dus gerust op elke huilbui en probeer uw kind te sussen’ en ‘neem hem/haar vast wanneer het nodig is’.
-
Citaat 1: U kan uw baby tijdens de eerste levensweken en -maanden niet genoeg koesteren. Reageer dus gerust op elke huilbui en probeer uw kind te sussen. Bijna alle kinderen worden rustiger als u hen dicht tegen u aan houdt, teder en zacht met hen praat. Het is een fabeltje dat u uw baby kan verwennen door hem te troosten. Uw baby voelen en verzorgen schept trouwens een stevige band die uw kind zelfvertrouwen geeft. Probeer dit niet te beperken tot de momenten waarop een baby huilt, anders leert hij dat huilen de enige manier is om aandacht te krijgen.
Bron: https://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=9913#3 (september 2019) -
Citaat 2: Een baby zal pas rond de leeftijd van vier maanden oorzaak en gevolg herkennen. Voor die leeftijd kun je een baby dus niet verwennen. Geef je kind dus alle aandacht en neem hem/haar vast wanneer het nodig is. Wanneer je jouw baby negeert, zal hij/zij zich onveilig voelen.
Bron: https://www.partena-ziekenfonds.be/nl/gezondheidsadvies/advies/huilbaby (september 2019)
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Het artikel ‘Infant crying, fussing, and colic van Gwen Dewar’, dat je kan lezen op https://www.parentingscience.com/infant-crying.html, geeft een overzicht van uitvoerig wetenschappelijk onderzoek naar het verband tussen het huilen van baby’s en de manier waarop moeders met hun baby’s omgaan. Het artikel bevat volgend citaat:
-
‘I don’t know, and I don’t think anyone else does, either. But if you compare hunter-gatherers with the rest of us, there is more going on than a different approach to baby-carrying. Possibly, the absence of colic in foraging societies reflects differences in diet, sleep, feeding, parental support, or even genes.’
- Gwen Dewar merkt hier op dat het verschil in levenswijze tussen deze van jager-verzamelaars en de onze niet enkel beperkt blijft tot ‘a different approach to baby-carrying’ maar ook uit verschillen bestaat in dieet, slaap, voeding, ouderlijke zorg en misschien zelfs genen. En hij sluit niet uit dat deze bijkomende verschillen oorzaak kunnen zijn van darmkolieken.
- Tot deze bijkomende verschillen rekent hij ook de ‘parental support (ouderlijke zorg)’ wat we als een fout beoordelen, omdat dit een term is die buiten de context van baby’s gebruikt wordt, namelijk in verband met opvoeding.
- Maar ook zonder deze fout blijft zijn zienswijze moeilijk verdedigbaar. Immers ze zou betekenen dat al onze moeders die borstvoeding geven darmkolieken bij hun baby’s veroorzaken ook al hebben de moeders er zelf geen last van.
- De vraag is vooral waarom Gwen Dewar vergezochte veronderstellingen maakt als een andere benadering van het dragen van baby’s volstaat om huilbuien te verklaren.
- Immers het op natuurlijke wijze omgaan met een baby houdt in dat moeders hun baby blijven dragen ook nadat hij in slaap is gevallen en wanneer ze zelf gaan slapen.
- Maar terwijl het o.a. in Japan evident is dat de moeder met haar baby slaapt is dit in vele Westerse landen niet zo omdat er zowel wetenschappelijke studies zijn die het risico op wiegendood te groot vinden als andere die dit tegenspreken. Volgens een wetenschappelijke studie uit het magazine Kind & Adolescent Praktijk, zie onderstaand citaat, zou het samenslapen zelfs veiliger voor de baby zou zijn, als aan bepaalde voorwaarden voldaan is.
- Citaat: Er is zelfs onderzoek dat laat zien dat wanneer moeders borstvoeding geven en risicofactoren als drugs, roken en alcohol zijn uitgesloten, het delen van het bed juist beschermend kan werken tegen wiegendood (Bartick & Smith, 2014). Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat borstvoedende moeders en hun baby’s anders slapen dan moeders die de baby kunstvoeding geven. Moeders die borstvoeding geven slapen bijvoorbeeld lichter en zijn zich meer bewust van de bewegingen en positie van hun baby. Tegelijkertijd ligt een baby die borstvoeding krijgt vaker op zijn rug of met het gezicht naar de moeder gericht en verkeert vaker in lichte slaap (zie o.a. Richard e.a., 1996). Het advies om het bed niet te delen, in het kader van preventie van wiegendood, zorgt er dus voor dat moeders eerder stoppen met borstvoeding, terwijl het geven van borstvoeding juist een belangrijke beschermende factor is tegen wiegendood.
Bron: https://www.kaponline.nl/magazine-artikelen/wel-of-niet-doen-samen-met-je-baby-in-een-bed-slapen/
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Zoals onze moeders anders omgaan met hun baby’s dan moeders in de natuurlijke situatie, is er ook een verschil in de manier waarop moeders met hun peuters en kleuters omgaan.
- Wanneer een baby in de natuurlijke situatie leert kruipen en op verkenning gaat in zijn omgeving, kan hij niet veel verkeerd doen. Hij blijft veilig in de buurt van zijn moeder die hem behoedt voor gevaar.
- In tegenstelling hiermee zijn onze peuters die op verkenning gaan, een gevaar voor zichzelf en voor de voorwerpen in huis. Vroeger werden peuters in een box gezet, nu verkiest men om al wat gevaarlijk of kostbaar is buiten hun bereik te houden.
- Maar de peuter wordt kleuter en hij leert regels kennen en toepassen. In de natuurlijke situatie gebeurt dit ongedwongen. De kleuter wordt opgenomen in de groep van kinderen en geraakt op een spontane manier vertrouwd met de gedragsregels, die overigens voor alle kinderen dezelfde zijn.
- In de westerse leefgemeenschappen maakt de kleuter deel uit van een gezin, en tegelijk van een groep kleuters op school. Vooral zijn ervaringen binnen het gezin botsen met zijn innerlijke leefwereld. De verschillen met wat kleuters in de natuurlijke situatie ervaren zijn:
- Thuis speelt hij niet met een bende leeftijdsgenoten maar alleen of met zijn broer of zus. Hij kijkt TV of gaat winkelen met zijn mama… .
- Hij mag niet spelen met speelgoed van ouderen omdat hij er niet voorzichtig mee omgaat.
- Als hij geboeid met iets bezig is, kan zijn spel onderbroken worden.
- Op straat zijn er regels voor zijn veiligheid zoals niet alleen oversteken… .
- Een pas kleuter geworden peuter komt dus plots in confrontatie met allerlei verplichtingen die hem belemmeren in zijn belevingswereld. Zijn reactie hierop is frustratie en hij uit deze in driftbuien. Het artikel Wat je niet wist… De redenen voor een driftbui beschrijft dit kleurrijk.
- In een westers gezin is het quasi onvermijdelijk dat kleuters geconfronteerd worden met voorvallen die hen negatieve gevoelens bezorgen en driftbuien helpen hen om deze gevoelens te ontladen. Het is daarom belangrijk dat ouders de driftbuien toestaan zonder zich druk te maken.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
Enerzijds wensen we problemen zoals driftbuien te vermijden maar anderzijds blijft het noodzakelijk om gedragsregels aan te leren. Alleszins niet. Zonder regels kan een groep niet functioneren. Regels vrijwaren de hiërarchie binnen een groep en regelen de taakverdeling der groepsleden.
- Ook voor kinderen zijn regels noodzakelijk. Ze bezorgen hun een structuur waarbinnen zij zich veilig voelen, zelfvertrouwen ontplooien en anderen leren respecteren.
- Zonder regels worden kinderen aan hun lot overgelaten zodat ze leren doen wat ze liefst doen. Als ze daarmee anderen hinderen ervaren ze onvriendelijke reacties maar beseffen niet dat zij er zelf de oorzaak van zijn. Zo escaleert hun gedrag naar vijandigheid.
-
In de natuurlijke situatie worden kleuters van zodra ze kunnen lopen opgenomen in de groep van kinderen en zo leren ze op spontane wijze de gedragsregels die voor hun leeftijd gelden. Maar met de overstap van natuur naar cultuur verdween dit onbewuste leerproces en kwam een formeel leerproces in de plaats.
- Met formeel leerproces bedoelen we de cultuurafhankelijke omgangsvorm die door volwassenen gevolgd wordt om kinderen regels aan te leren. Dit formeel proces noemen we nu opvoeding maar het woordje opvoeding dateert pas van na de renaissance. Het Franse woord éducation dat opvoeding betekent is afgeleid van het Latijnse educatio dat onderwijs als enige betekenis heeft (Latijn was tot in de renaissance de wetenschappelijke voertaal).
- De ontdekking van de landbouw ging gepaard met een radicale verandering van dagelijkse activiteiten, het samenleven in grote gemeenschappen en het ontstaan van negatieve macht en autoritaire omgangsvormen, zie Politiek S2 voor meer info.
- In deze veranderde omgeving spiegelden de opvoedingsmethodes zich aan de gangbare autoritaire omgangsvormen en was het vanzelfsprekend dat ook de relatie tussen opvoeder en kind een autoritaire relatie werd.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Zoals in S4 besproken was het ontstaan van autoritaire omgangsvormen een onvermijdelijk neveneffect van het samenleven in grote gemeenschappen na de overstap van natuur naar cultuur. Eeuwenlang bepaalden deze omgangsregels onze manier van samenleven.
- Pas in de jaren zeventig van vorige eeuw kwamen de nieuwe wetenschap psychologie tot het inzicht dat in een autoritaire omgeving ondergeschikten uit angst voor hun opdrachtgever doen wat hen gevraagd/bevolen wordt en dat dit het goed gevoel van de betrokkenen verstoort.
- Ook kinderen ervaren autoritaire omgangsvormen als angstwekkend zodat zij de regels letterlijk ‘uit angst voor bestraffing’ aanleren en al op jonge leeftijd hun goed gevoel kwijtraken.
-
Tegelijk ontdekte de biologie dat sociaal gedrag geen cultuurafhankelijke menselijke verworvenheid is maar de basis van hoe sociale zoogdieren binnen een groep met mekaar samenleven.
- Deze bevindingen lagen mee ten grondslag aan o.a. de hippie-beweging in de jaren ’60 in de VS en de Europese studentenbetogingen zo’n 10 jaar later. De jongeren brachten een omwenteling op gang met een langzame afbouw van de autoritaire omgangsvormen als uiteindelijk resultaat.
- Ook de autoritaire opvoeding bleef niet langer in voege en in een eerste fase werd het ‘aanleren van regels aan kinderen’ gewoon afgeschaft. Men meende namelijk dat kinderen de regels wel op een spontane wijze zouden aanleren omdat dit volgens de antropologie bij de natuurvolkeren ook zo gebeurt.
- Deze redenering bleek achteraf fout omdat de specifieke leefomstandigheden in de natuurlijke situatie een noodzakelijke voorwaarde zijn om regels op spontane wijze te kunnen aanleren wat men pas later begreep. Het resultaat van de afgeschafte regels was dus dat kinderen vijandig en onhandelbaar werden, zoals besproken in vorige stelling.
-
Samengevat: waar in de natuurlijke situatie het aanleren van regels spontaan gebeurt, waren na de overstap van natuur naar cultuur de leefomstandigheden zo radicaal veranderd dat opvoeding in de betekenis van ‘bewust kiezen voor het aanleren van regels’ onvermijdelijk was geworden.
- Een bijkomende bedenking is dat het spontaan aanleren van regels in de natuurlijke situatie slechts een onderdeel uitmaakt van het spontaan aanleren van alle ‘gedrag dat van belang is voor de overleving’. En vermits dit aanleren spontaan gebeurt volgt hieruit dat natuurvolkeren het begrip opvoeding niet kennen.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
- Vermits de leefomstandigheden waarin onze kinderen opgroeien geheel verschillen van deze in de natuurlijke situatie kunnen regels niet meer op spontane wijze worden aangeleerd, zie S5.
- In cultuurafhankelijke samenlevingen gaan ouders daarom ‘hun eigen gedrag’ zo aanpassen dat hun kinderen de gewenste regels aanleren en effectief toepassen.
- Dit aangepaste gedrag van de ouders weerspiegelt de gangbare omgangsvormen en kan voor elke samenleving verschillen en evolueren. Zo was tot nog geen eeuw geleden de autoritaire opvoeding een weerspiegeling van de autoritaire omgangsvormen binnen onze westerse samenlevingen.
- Zoals in vorige stelling besproken ging de verandering van onze omgangsvormen in de jaren ’60 -’70 gepaard met een zoektocht naar een opvoeding waarmee regels op een angstvrije manier worden aangeleerd.
- De westerse eeuwenoude ‘autoritaire opvoeding’ is dus pas in vorige eeuw geëvolueerd. Eerst naar een kortstondige ‘vrije opvoeding’ en uiteindelijk naar wat we de ‘angstvrije opvoeding’ noemen. Deze angstvrije opvoeding ontstond in de jaren ’80 en los van kleine aanpassingen is ze tot nu toe (1921) weinig verandert.
- Dit neemt niet weg dat opvoeden een leerproces gebleven is wat ook blijkt uit het blijvende aanbod van boeken en tijdschriften waarin jonge ouders kunnen ontdekken hoe het op angstvrije wijze aanleren van gedragsregels evolueert. In de jaren ’80 was een pedagogische tik nog de norm, terwijl hij momenteel (2020) in de meeste westerse landen bij wet verboden is. De straffen zijn milder geworden en de frequentie ervan kleiner. Momenteel bestaat zelfs een trend die straffen in alle omstandigheden afraadt, zie het artikel Straffen werkt niet, dus kan je het maar beter afschaffen geeft de richting aan.
- De evolutie van autoritaire naar angstvrije opvoeding was een belangrijke verbetering van de wijze waarop we kinderen in onze westerse leefgemeenschappen regels aanleren. Na deze grote stap is men tot nu toe verder blijven zoeken men naar kleine verbeteringen. Als we ervan uitgaan dat gedragsproblemen zoals driftbuien en puberteit zich in de natuurlijke situatie niet voordoen, blijft verdere verbetering mogelijk.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie
-
S7 - Gevolgen van cultuurafhankelijke situatie
Ondanks de vervanging van de autoritaire door de angstvrije opvoeding kan het nog misgaan. In S3 tonen we aan dat driftbuien een quasi onvermijdelijk gevolg zijn van de tegenstelling tussen de leefwereld van een kleuter en deze van het gezin. Waaruit onrechtstreeks volgt dat driftbuien in de natuurlijke situatie niet voorkomen.
Driftbuien zijn een uiting van een ontbrekend goed gevoel bij kinderen en vermits ze het normale leven van een groep verstoren zijn ze een gevaar voor de overleving wat ook een rechtstreekse reden is waarom ze in de natuurlijke situatie niet voorkomen.
Pestgedrag en puberteitsproblemen zijn twee andere fenomenen met een ontbrekend goed gevoel als onderliggende oorzaak. Om dezelfde reden als van driftbuien verstoren ze het normale groepsleven en gaan we er daarom vanuit dat ze evenmin een natuurlijke herkomst hebben. We bespreken ze nu in het kort.
Pestgedrag
De betrokkenen van pestgedrag spelen in functie van hun karakter en vroegere ervaringen een verschillende rol in het gebeuren:
- De pestkop krijgt de aandacht niet waar hij nood aan heeft en waarvan hij ten onrechte meent dat ze hem toekomt.
- Kinderen met een minderwaardigheidsgevoel kunnen pestgedrag uitlokken.
- Jaloerse kinderen of kinderen die bang zijn om zelf gepest te worden bestendigen het pestgedrag door het aan te moedigen
Bij al deze betrokkenen is het ontbreken van een goed gevoel de onderliggende oorzaak.Puberteitsproblemen
In hun puberteit hebben jongeren dikwijls een negatief zelfbeeld en zien hun toekomst somber in. Maar ook pubers zonder deze problemen kunnen dwars en opstandig zijn. Volgens het artikel https://www.nemokennislink.nl/publicaties/afwijkend-gedrag-bij-pubers-is-niet-meer-dan-normaal/ is de puberteit een normaal onderdeel van hun ontwikkeling: pubers zijn immers op zoek naar een eigen identiteit en dwars gedrag hoort daarbij.Uit bovenstaande leiden wij af dat het ontbreken van een goed gevoel ook de onderliggende oorzaak van puberteitsproblemen is. Waaruit we besluiten dat puberteitsproblemen eveneens een cultuurafhankelijk verschijnsel zijn.
Er is nog geen overleg
Plaats een reactie